vrijdag 22 juni 2012

Ontruimen maakt meer kapot dan je lief is

Een tijdje geleden schreef ik een bozige blog-post over onze indruk dat organisaties mensen soms lijken te willen straffen (met een ontruiming) voor hun slechte betaalgedrag (lees hier). Kort hierna nam ik me voor om daar later op terug te komen. Twee recente publicaties herinnerden mij aan dit voornemen.
De eerste is een rapport geschreven door studenten HBO-Recht van de HvA,  in opdracht van Eropaf!, in vervolg op eerder onderzoek. In dit rapport onderzochten zij of woningbouwverenigingen een zorgplicht hebben naar huurders met een huurschuld. Die zorgplicht vinden ze niet echt, maar ze suggereren wel om woningbouwverenigingen meer aan te spreken op artikel 12 van het Besluit Beheer Sociale-Huursector. Daarin staat de maatschappelijke taak beschreven woningen aan te bieden aan minder kansrijken op de woningmarkt. Daaronder vallen ook de mensen die (tijdelijk) niet in staat zijn adequaat huur te betalen. Om vandaar te komen tot zorgplicht vereist een paar denkstappen. Toch kun je wensdenkend op het standpunt  komen dat woningbouwverenigingen de plicht hebben om mensen te helpen die problemen hebben met het betalen van hun huur. Op dit moment zijn we bezig met het ontwerpen van vervolgonderzoek hiernaar.
De tweede publicatie is een artikel van Erica Schruer & Nadja Jungmann, getiteld Basale bescherming van wonen, energie en zorg is voor iedereen noodzakelijk. In dit artikel betogen zij dat de toegenomen focus op 'kansrijke' schuldsaneringstrajecten niet mag leiden tot het negeren van de problemen die mensen hebben die niet kansrijk zijn voor schuldsanering. Zij pleiten er dan ook voor zo veel mogelijk zorg te dragen voor de bescherming van de basale levensvoorwaarden, indachtig de stabilisatie methode van Andre Moerman e.a. (getiteld Blijven wonen). Hierbij gaat het dus niet om oplossen van schulden of het bereiken van een schone lei, maar om het (liefst duurzaam) de-escaleren van de crisis.  
Bij veel vroegtijdige interventies zijn schuldeisers nog tot meewerken te overtuigen op basis van hun eigen economisch belang (grotere kans op terugbetaling schulden, minder kosten, etc.). Later in het traject wordt dit moeilijker en wordt de economische winst steeds minder zeker. Stabiele betaling in de toekomst is niet  zeker en aflossing op korte termijn is soms ronduit onmogelijk. De economische winst (even los van morele & publieke waarden) zit veel meer in het voorkomen van maatschappelijke kosten (de gevolgen van ontruiming e.d. beschouw ik als bekend). En uiteindelijk moeten mensen toch weer ergens wonen. Het kost de maatschappij veel middelen (tijd en geld), waarna uiteindelijk via een u-bocht (de maatschappelijke opvang of het sociale netwerk) mensen weer ergens gaan wonen.
In onderhandelingen met deurwaarders en woningbouwverenigingen is het moeilijk om dit perspectief meegewogen te krijgen. De redenatie blijft: wij willen uitzicht op snelle aflossing en anders is het einde oefening. Ik wil er voor pleiten om die redenatie niet langer te accepteren. Het hebben van een huis is een mensenrecht (daarom zijn er sociale woningbouwverenigingen). Dat recht verlies je niet door pech, stommigheid of fouten. Een ontruimingsvonnis zou alleen toegekend mogen worden als de woningbouw aantoonbaar heeft geprobeerd om de situatie vlot te (laten) trekken en er geen uitzicht is op stabilisering. 
Andersom vereist dit van hulp- en dienstverlening dat zij preventie minder vrijblijvend inzetten. Initiatieven die zich richten op het voorkomen van huisuitzettingen zijn vaak kortdurend van aard. Afspraken die worden gemaakt tussen woningbouwverenigingen en hulpverleners worden daardoor moeilijker na te komen. Voor veel mensen is dat ook niet nodig, die gaan de schuldsanering in en werken toe naar een schone lei. Voor de mensen bij wie dit perspectief er niet is, ontbreekt een alternatief. Gemeente en hulpverlening zouden daar veel sterker op kunnen inzetten, door middel van inkomensbeheer, inhouden van vaste lasten, langdurige materiële en psycho-sociale ondersteuning, garantstelling in tijden van crisis, etc. Nu is het nog te vaak zo dat als om wat voor reden dan ook een regeling niet wordt nagekomen of iemand niet binnen een procedure past, de rekening daarvoor bij de woningbouw komt te liggen (gederfde inkomsten etc.), terwijl gemeente en (schuld)hulpverlening niet aanspreekbaar zijn. De kosten en risico's van het niet ontruimen zullen gedeeld moeten worden met andere betrokken partijen (bijvoorbeeld de Gemeente).
Zolang het paradigma blijft dat preventie er alleen is voor mensen die met een korte interventie geholpen kunnen worden, zal de instroom in de maatschappelijke opvang op het huidige niveau blijven (en met de crisis waarschijnlijk toenemen). De sociale, maatschappelijke en financiële kosten die dit met zich meebrengt zijn onverantwoord. Voor een fractie van dit geld kan preventie meer effectief ingezet worden.


Geschreven met dank aan collega Marc Rakers

2 opmerkingen:

  1. Hoi Max,
    Ik ben via LinkeIN op je blog terecht gekomen. Ziet er goed uit! Het lukt me niet om de reactie te plaatsen, maar wilde wel graag reageren. Hierbij via de mail dan :)


    Ik wilde graag reageren op je post. Ik ben het niet met je eens wat betreft de houding van de woningbouwcorporaties t.o.v. mensen met een huurschuld. Ik zie tijdens de overleggen in verschillende stadsdelen dat de corporaties (in tegenstelling tot vroeger) een veel socialere koers zijn gaan varen. Zij brengen casuïstiek in van ' probleem huurders' , en stellen zich meer op als partner, en minder als crediteur die snel geld wilt zien. Ik bemerk dat overige hulpverleners echt de tijd krijgen om een casus vlot te trekken. De woonconsulenten zijn zich er goed van bewust dat ontruimen enkel een verplaatsing van het probleem is (naar een ander stadsdeel of naar een andere corporatie) Zij zijn zich ook terdege bewust van de traumatische gevolgen die een verblijf in de MO op een persoon (en diens kinderen heeft)
    De corporaties ondertekenen ook steeds meer convenanten met ander hulpverlenende organisaties.

    In de praktijk zie ik dat je met de juiste aanpak echt wel een ontruiming kunt voorkomen. Onze afdeling heeft bijvoorbeeld dit jaar een aantal cliënten gehad met een dreigende ontruiming door o.a. een huurschuld van meerdere maanden (10 cliënten), in 2 gevallen zelfs van een jaar. Al deze ontruimingen hebben we in goed overleg weten te voorkomen....Hoe doen we dat dan??? Wij verrichten geen wonderen, maar bieden wel een intensieve ' hand in hand begeleiding'.

    Ik denk dat de harde lijn van deurwaarders (en dus van hun opdrachtgevers) grotendeels veroorzaakt wordt door het disfunctioneren van schuldhulpverleningsorganisaties in Amsterdam. Zoals je zelf ook al aangeeft zijn de schulden vaak het topje van de ijsberg, onder de waterlijn zijn veel meer sociale problemen aanwezig. Ik heb vernomen dat elke schuldhulpverlener een caseload heeft van ongeveer 60 cliënten. Ik denk dat het gevolg hiervan is dat er niet intensief genoeg hulp kan worden
    verleend. Vanuit schuldhulpverlening is geen tijd voor een ' follow up' om te controleren of de client ook daadwerkelijk de afbetalingsafspraak nakomt, en om SAMEN met de client alle financiële zaken op orde te brengen (o.a. aanvraag voorliggende voorzieningen) om zodoende een goed afbetalingsvoorstel te doen, en de gemaakte afspraken met een schuldeiser te waarborgen, en de schuldeiser op de hoogte te houden van de vorderingen in het hulpverleningsproces. Hierdoor verliest de schuldeiser het vertrouwen in de afspraken met de client en schuldhulpverlening, en zal dus eerder geneigd zijn om tot ontruiming over te gaan.
    Daarnaast zou schuldhulpverlening een laagdrempelige voorziening moeten zijn, dat is ze niet. Veel van onze cliënten weten niet waar ze terecht kunnen, of zijn onvoldoende competent om zelfstandig een schuldhulptraject te doorlopen. Deze mensen vallen dus uit...

    Groet,
    Mike

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hi Mike,
    Zoals beloofd een wat uitgebreide reactie.

    Zonder meer is het zo dat woningbouwverenigingen over de linie genomen veel actiever en meewerkender zijn met het voorkomen van huisuitzettingen. Tegelijkertijd denk ik dat dat ook te maken heeft met de opstelling van de hulpverlening. Als die nauw betrokken is, samen met de client zorg draagt voor het nakomen van de regeling en in die zin een betrouwbare partner is, is het voor woningbouwverenigingen aantrekkelijker om een deal te sluiten. In het slot van mijn verhaal stel ik dat woningbouwverenigingen nu teveel alleen het risico van een regeling dragen. De hulpverlening is te vrijblijvend en door de werkdruk zoals jij die beschrijft kunnen afspraken niet hard gemaakt worden. Dit betekend dat woningbouwverenigingen zelf de afweging maken: denken wij dat deze persoon zelfstandig gaat meewerken aan de regeling, of hebben we daar geen vertrouwen meer in. Als daar een hulpverlener naast staat die zegt, ik ondersteun deze persoon bij het nakomen daarvan en zal me naar eer en geweten maximaal daarvoor inzetten, maakt dat het voor woningbouwverenigingen meteen een stuk aantrekkelijker. Samengevat: mijn punt is eigenlijk dat de ondersteuning die Restart biedt en die soortgelijke projecten bieden (bijvoorbeeld preventieve woonbegeleiding van HvO-Querido of NEOS) voor veel meer mensen beschikbaar zou moeten komen. Hoe kijk jij daar tegen aan?
    Groet,
    max

    BeantwoordenVerwijderen