Een tijdje geleden schreef ik een bozige blog-post over onze indruk dat organisaties mensen soms lijken te willen straffen (met een ontruiming) voor hun slechte betaalgedrag (lees hier). Kort hierna nam ik me voor om daar later op terug te komen. Twee recente publicaties herinnerden mij aan dit voornemen.
De eerste is een rapport geschreven door studenten HBO-Recht van de HvA, in opdracht van Eropaf!, in vervolg op eerder onderzoek. In dit rapport onderzochten zij of woningbouwverenigingen een zorgplicht hebben naar huurders met een huurschuld. Die zorgplicht vinden ze niet echt, maar ze suggereren wel om
woningbouwverenigingen meer aan te spreken op artikel 12 van het Besluit
Beheer Sociale-Huursector. Daarin staat de maatschappelijke taak
beschreven woningen aan te bieden aan minder kansrijken op de
woningmarkt. Daaronder vallen ook de mensen die (tijdelijk) niet in staat zijn adequaat huur te betalen. Om vandaar te komen tot
zorgplicht vereist een paar denkstappen. Toch kun je
wensdenkend op het standpunt komen dat
woningbouwverenigingen de plicht hebben om mensen te helpen
die problemen hebben met het betalen van hun huur. Op dit moment zijn we bezig met het ontwerpen van vervolgonderzoek hiernaar.
De tweede publicatie is een artikel van Erica Schruer & Nadja Jungmann, getiteld Basale bescherming van wonen, energie en zorg is voor iedereen noodzakelijk. In dit artikel betogen zij dat de toegenomen focus op 'kansrijke' schuldsaneringstrajecten niet mag leiden tot het negeren van de problemen die mensen hebben die niet kansrijk zijn voor schuldsanering. Zij pleiten er dan ook voor zo veel mogelijk zorg te dragen voor de bescherming van de basale levensvoorwaarden, indachtig de stabilisatie methode van Andre Moerman e.a. (getiteld Blijven wonen). Hierbij gaat het dus niet om oplossen van schulden of het bereiken van een schone lei, maar om het (liefst duurzaam) de-escaleren van de crisis.
Bij veel vroegtijdige interventies zijn schuldeisers nog tot meewerken te overtuigen op basis van hun eigen economisch belang (grotere kans op terugbetaling schulden, minder kosten, etc.). Later in het traject wordt dit moeilijker en wordt de economische winst steeds minder zeker. Stabiele betaling in de toekomst is niet zeker en aflossing op korte termijn is soms ronduit onmogelijk. De economische winst (even los van morele & publieke waarden) zit veel meer in het voorkomen van maatschappelijke kosten (de gevolgen van ontruiming e.d. beschouw ik als bekend). En uiteindelijk moeten mensen toch weer ergens wonen. Het kost de maatschappij veel middelen (tijd en geld), waarna uiteindelijk via een u-bocht (de maatschappelijke opvang of het sociale netwerk) mensen weer ergens gaan wonen.
In onderhandelingen met deurwaarders en woningbouwverenigingen is het moeilijk om dit perspectief meegewogen te krijgen. De redenatie blijft: wij willen uitzicht op snelle aflossing en anders is het einde oefening. Ik wil er voor pleiten om die redenatie niet langer te accepteren. Het hebben van een huis is een mensenrecht (daarom zijn er sociale woningbouwverenigingen). Dat recht verlies je niet door pech, stommigheid of fouten. Een ontruimingsvonnis zou alleen toegekend mogen worden als de woningbouw aantoonbaar heeft geprobeerd om de situatie vlot te (laten) trekken en er geen uitzicht is op stabilisering.
Andersom vereist dit van hulp- en dienstverlening dat zij preventie minder vrijblijvend inzetten. Initiatieven die zich richten op het voorkomen van huisuitzettingen zijn vaak kortdurend van aard. Afspraken die worden gemaakt tussen woningbouwverenigingen en hulpverleners worden daardoor moeilijker na te komen. Voor veel mensen is dat ook niet nodig, die gaan de schuldsanering in en werken toe naar een schone lei. Voor de mensen bij wie dit perspectief er niet is, ontbreekt een alternatief. Gemeente en hulpverlening zouden daar veel sterker op kunnen inzetten, door middel van inkomensbeheer, inhouden van vaste lasten, langdurige materiële en psycho-sociale ondersteuning, garantstelling in tijden van crisis, etc. Nu is het nog te vaak zo dat als om wat voor reden dan ook een regeling niet wordt nagekomen of iemand niet binnen een procedure past, de rekening daarvoor bij de woningbouw komt te liggen (gederfde inkomsten etc.), terwijl gemeente en (schuld)hulpverlening niet aanspreekbaar zijn. De kosten en risico's van het niet ontruimen zullen gedeeld moeten
worden met andere betrokken partijen (bijvoorbeeld de Gemeente).
Zolang het paradigma blijft dat preventie er alleen is voor mensen die met een korte interventie geholpen kunnen worden, zal de instroom in de maatschappelijke opvang op het huidige niveau blijven (en met de crisis waarschijnlijk toenemen). De sociale, maatschappelijke en financiële kosten die dit met zich meebrengt zijn onverantwoord. Voor een fractie van dit geld kan preventie meer effectief ingezet worden.
Geschreven met dank aan collega Marc Rakers