woensdag 4 januari 2012

splashball

In de jaren negentig had je een tijdje een spelletje dat splash out heet.


Ik moest aan dit spelletje denken toen ik met een vriend van mij een fenomeen besprak wat ons beide was opgevallen op onze beider werkplekken. Op kantoren, in teams, circuleren soms taken / opdrachten / projecten, waar niemand zin in heeft, omdat ze zinloos zijn, onmogelijk zijn, veel tijd kosten, niks opleveren, wat dan ook. Iedereen schuift deze taken door, tot dat er een moment komt dat ze uitgevoerd moeten worden. Als je niet oplet, als je niet op goede moment nee zegt en niet snel genoeg doorschuift, kan zo'n taak zomaar bij jou terechtkomen op het verkeerde moment. Dat moment, de splash, deed ons aan dit spelletje denken. Nou goed, daar maak je dan een grapje over, vervolgens doe je het vervelende/zinloze/tijdverspillende werk en je gaat verder met je leven. In de hulpverlening is dit fenomeen echter ook zichtbaar, met meer serieuze gevolgen.

Het werken met burgers in een kwetsbare positie kan soms ingewikkeld zijn. Gezinnen of individuen met veel problemen, waar veel instanties betrokken zijn en de betreffende cliënt vaak dusdanig zorggetraumatiseerd is dat er geen enkel vertrouwen meer is in een goede afloop en dus ook weinig bereidheid tot medewerking daaraan. Tot een paar jaar geleden was het voornaamste probleem dat er teveel hulpverleners betrokken waren, die elkaar allemaal de hete aardappel doorschoven. Ondertussen is daar het probleem bijgekomen dat er teveel coördinatieoverleggen zijn, die elkaar dezelfde hete aardappel doorgeven. In een aantal gevallen heb je tegenwoordig een 'coördinator ketenoverleggen'. 

Goed, wat gebeurt er. Iemand heeft zoveel problemen dat die niet meer tot een specifieke doelgroep behoort. Dus de verschillende ketens beginnen hem heen en weer te schuiven. Ondertussen escaleert de situatie steeds verder, waarop het tempo van doorschuiven steeds sneller gaat. Niemand wil de bal vasthouden als die splasht. En als die dan splasht, trekt iedereen zijn handen er van af, behalve misschien de toevallige hulpverlener die niet snel genoeg doorverwees en nu nat is. 

Een paar jaar geleden suggereerde iemand dat hulpverleners die direct betrokken zijn bij een cliënt in crisis, daarvoor geëerd moeten worden. Zij hebben zich niet afgewend toen het moeilijk werd en hebben de hulpverlening door laten gaan, ook toen het moeilijk werd. Dit voorstel volgende op de zaak Savannah, waar een individuele hulpverlener werd aangeklaagd voor het falen van een heel systeem. Die rechtszaak heeft het doorschuiven aanzienlijk aangejaagd.

Wat te doen? Mijn suggestie: onze professionals in de frontlijn waterbestendige kleren geven en klaar staan met een handdoek als ze toch te maken krijgen met een splash (en misschien is een verbod op doorverwijzen ook wel een idee).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten